Wat is een hypotheek ?
Een hypotheek is een geldlening waarbij een onroerend goed als onderpand dient. De lening noemen we een hypothecaire lening, hypothecair krediet of een lening met hypothecaire zekerheid, maar in het normale leven vaak ook hypotheek genoemd.
De geldgever, meestal een financiële instelling, is de
hypotheeknemer (hij verkrijgt het recht van hypotheek:
eerste recht van verkoop). De geldnemer, de eigenaar van het
onderpand, heet hypotheekgever. Deze termen worden vaak
omgekeerd gebruikt. Men zegt meestal dat men hypotheek neemt
om een huis te kunnen kopen, maar feitelijk geeft men
hypotheek.
Het overgrote deel van de hypotheken hangt samen met de
aankoop van onroerend goed. De hypotheek als zekerheid voor
de geldlening. Over het algemeen is het de bedoeling dat aan
het eind van de looptijd de lening is terugbetaald. De
geldnemer betaalt voor de hypotheek periodiek (bij
woninghypotheken meestal maandelijks) rente en eventueel
aflossing.
De basisvormen van de hypotheek lening zijn de lineaire
hypotheek en de annuïteitenhypotheek. Vanaf circa 1980 is er
een stormachtige ontwikkeling geweest op het terrein van
hypothecaire leningen. Dit heeft geleid tot een veelheid aan
financieringsvormen, die betrekking hebben op de afgesproken
rente en op de wijze van aflossing en op belastingvoordelen.
Afhankelijk van de geldgever is het mogelijk om een
combinatie te maken tussen verschillende hypotheekvormen.
Daarnaast zijn er allerlei hypotheekvormen:
Aflossingsvrije hypotheek
Annuïteitenhypotheek
Spaarhypotheek
Beleggingshypotheek
Levenhypotheek
Tophypotheek
Overbruggingshypotheek
Krediethypotheek
Groene Hypotheek
Hybride Hypotheek
Lineaire Hypotheek
Lijfrentehypotheek
Er is verschil tussen de looptijd van de lening (15 / 20 /
25 of 30 jaar, in Nederland meestal 30 jaar) en de periode
waarop het afgesproken rentepercentage vast ligt. Die
rentevaste periode kan variëren van "zeer kort"
(bijvoorbeeld iedere maand wijzigbaar) tot aan de volledige
looptijd van de lening. Een rentevaste periode van 10 jaar
komt veel voor. Hoe korter de rentevaste periode, hoe lager
meestal de rente maar ook hoe groter de variatie in rente.
Met een langlopende rente loopt de geldlener niet het risico
van onverwachte rentestijgingen, maar de prijs die daarvoor
betaald wordt is een hogere rente.
Bij het tot stand komen van een hypothecaire lening is een
aantal zaken van belang. Zo dient er een balans te zijn
tussen de hoogte van de te verstrekken lening en de waarde
van het onderpand.
Voor het berekenen van de hoogte van de lening wordt meestal
de executiewaarde van het onderpand als uitgangspunt
genomen. Veel geldgevers verstrekken maximaal 125% van deze
executiewaarde als maximale lening. Als vuistregel geldt dat
de executiewaarde meestal wordt bepaald op 85 tot 90% van de
prijs op de markt (vrije verkoopwaarde). Onderstaande
rekensom geeft een voorbeeld van de berekening van de
maximale hypothecaire lening op basis van deze vuistregel:
Vrije verkoopwaarde volgens taxatie € 215.000
Executiewaarde (85%) € 182.750
Maximale hypothecaire lening (125%) € 228.438
De werkelijke maximale hypotheek wordt berekend op basis van
het onderpand en het inkomen van de aanvrager(s).
De normen van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) rekenen
met een woonquote; hoe hoger het inkomen, hoe groter het
deel van het inkomen dat aan woonlasten uitgegeven mag
worden. Veel geldgevers werken met dezelfde normen als NHG,
of normen die er sterk op lijken. De NHG normen worden
online gepubliceerd; geldgevers houden omwille van
concurrentie hun normen geheim. Bekend is dat ze allemaal
soepeler zijn dan die van de NHG, maar niet precies op welke
punten.
Naast de waarde van het onderpand is ook de financiële
situatie van de geldlener van belang. De geldgever moet er
van uit kunnen gaan dat de lener de financiële verplichting
onder normale omstandigheden kan nakomen. De leenhistorie
zoals die (in Nederland) bij het Bureau Krediet Registratie
(BKR) is vastgelegd kan een rol spelen. Als de
geldverstrekker onvoldoende zeker is van zijn zaak, kan
aanvullende zekerheid worden gevraagd, bijvoorbeeld door
borgstelling door een derde. Uiteraard kan ook de
leenaanvraag worden afgewezen. Net als iedere andere
geldlening boven de 450 euro, wordt iedere hypotheek
getoetst bij het BKR.
Diverse details rondom de situatie van de hypotheekgever
kunnen het proces beïnvloeden. Zo zal iemand met een vaste
baan, die zijn proeftijd heeft afgesloten, een betere
onderhandelingspositie hebben dan iemand met een tijdelijk
contract. Een (kleine) ondernemer die korter dan drie jaren
ondernemershistorie heeft zal ook problemen hebben bij het
verkrijgen van de lening. Lopende verplichtingen, zoals
alimentatie of andere leningen beïnvloeden het besteedbaar
inkomen, bepalen dus mede het maximaal te lenen bedrag.
De waarde van een huis zal nooit gelijk blijven. Hoewel,
over meerdere decennia gezien, de waarde van de gemiddelde
woning (in nominale euro's uitgedrukt) duidelijk gestegen
blijkt te zijn, zijn er ook periodes aan te wijzen waarin
dit niet het geval was. Met name in periodes van hoge
kapitaalmarktrente en een slechte conjunctuur kunnen
aanmerkelijke waardedalingen optreden. De hypothecaire
schuld blijft echter in nominale euro's luiden. Indien men
op een dergelijk moment verkoopt, zal een bank alleen
meewerken indien het verschil tussen de hypothecaire schuld
en de (lagere) verkoopopbrengst wordt aangezuiverd.
Bij een hypotheek is er dus sprake van een aanschaf van een
object waarvan de waarde kan wijzigen (zowel positief als
negatief), hetgeen gefinancierd wordt met een lening waarvan
de waarde (behoudens aflossingen) gelijk blijft. In de
financiële wereld staat een dergelijke situatie bekend als
hefboomwerking of "leverage": de waarde van het verschil
tussen die twee bedragen (de "overwaarde") fluctueert met de
waarde van de woning, doch die fluctuatie is procentueel
veel sterker. Als de hypotheek volledig fiscaal aftrekbaar
is tegen het hoogste belastingtarief (52%) dan zal dit
verschil meestal fors positief zijn. Immers, de
huizenprijzen stijgen doorgaans evenveel of iets meer dan de
inflatie en dit is meestal meer dan de netto rente ( = 48%
van de bruto rente).
Bij een beleggingshypotheek is tevens sprake van een risico
doordat de waarde van het beleggingsdepot niet
noodzakelijkerwijs toereikend hoeft te zijn om de
hypotheekschuld mee af te lossen. Daardoor is bij deze
hypotheekvorm in feite sprake van een dubbele leverage.
Niet alleen de waarde van onroerend goed verandert, het
inkomen van waaruit rente en aflossing betaald wordt zal in
het algemeen ook fluctueren. Dit risico valt te verzekeren
bijvoorbeeld met een arbeidsongeschiktheidverzekering en of
een overlijdensrisicoverzekering.
De netto maandelijkse lasten van een hypothecaire lening
worden in hoge mate beïnvloed door de fiscale behandeling
van de betaalde rente en van de bijvoorbeeld de opgebouwde
spaar- of beleggingsdepots. De fiscale wetgeving is
regelmatig aan verandering onderhevig. Fiscale voordelen van
een leningsvorm kunnen bij een wijziging van de fiscale
wetgeving, de aantrekkelijkheid van een leningsvorm sterk
wordt verminderd, of zelfs in een nadeel omslaan.
Vanaf 2007 geldt in Nederland de Wet Financieel Toezicht (WFT)
en de Gedragscode Contactorgaan Hypothecaire Financiers (CHF).
Om de consument te beschermen tegen onverantwoordelijk hoge
hypotheekverstrekkingen is in deze twee regelingen een
aantal regels opgenomen omtrent "de zorgplicht" en de
verplichting tot schriftelijke vastlegging hoe een advies
voor een bepaalde hypotheek tot stand is gekomen. Wanneer de
consument vindt dat hij/zij verkeerd is voorgelicht kan deze
een klacht indienen bij bijvoorbeeld de KiFid. De adviseur
moet aantonen dat hij/zij een gedegen en verantwoord advies
heeft gegeven aan de consument. De bewijslast ligt bij de
adviseur.
De aanschaf van een huis en de financiering daarvan is
dikwijls een grote financiële beslissing. Het is aan te
raden om in een vroeg stadium informatie in te winnen, ruim
voordat men op zoek gaat naar een huis.